« Frans Hals in the Vancouver CourierHaarlem draait door »

Historische rondwandeling door het stadhuis

Ter gelegenheid van de Open Monumenten Dagen hieronder informatie over bezienswaardigheden in
het stadhuis, in de vorm van een rondwandeling. De nummers corresponderen met de zaalnummers.

Eerst enkele belangrijke jaartallen uit de geschiedenis van het stadhuis Haarlem:

  • ± 1100 Zware houten bouw ten westen van de Gravenzaal (in 1955 vond men sporen
    hiervan tijdens een oudheidkundig bodemonderzoek).
  • 1347 en 1351 Stadsbranden teisteren de grafelijke zaal en het klooster.
    Graaf Willem V (1333-1389) stelt de overblijfselen van de grafelijke zaal deels ter
    beschikking aan de stad.
  • 1622 Gereedkomen van het nieuwe "gevangenhuys" aan de Zijlstraat (ontwerp Lieven
    de Key).
  • 1630 Ingangsportiek en vensters van de Gravenzaal in renaissancetrant verbouwd en het
    balkonnetje boven de ingangsportiek aangebracht.
  • ± 1740 De rechte, dubbele toegangstrap tot de Gravenzaal verbouwd tot een omlopende
    bordestrap met een ijzeren balustrade.
  • 1760 De zuidgevel van de Gravenzaal krijgt een groot venster.
  • 1799 Het stadhuis voor f 25.000,-- aan het Rijk verkocht om te dienen tot Departemen-
    taal Gerechtshof.
  • 1804 Het Rijk draagt het stadhuis weer over aan de stad.
  • 1829 25 november. De laatste doodstraf op het schavot voltrokken.
  • 1839 - 1898 De Zijlstraatvleugel in gebruik als politiebureau.
  • 1913 De stadhuistoren herbouwd.
  • ca. 1940 Bouw van Koningstraat-vleugel.

ZAAL 1 DE GRAVENZAAL

De Gravenportretten.

De Gravenportretten, die thans verspreid door het stadhuis hangen, bevonden zich in de middeleeuwen
in het Haarlems Carmelietenklooster. Zij zijn gemaakt tussen 1486 en 1491 en gaan terug op een reeks
fresco's die rond 1420 werden geschilderd. In 1570 wordt vermeld dat de portretten op het stadhuis
hangen, mogelijk waren zij hierheen overgebracht in 1566 om ze voor de beeldenstorm te behoeden.
Afgebeeld zijn alle graven en gravinnen van Holland, te beginnen met Dirk I. De laatste is Maximiliaan
van Oostenrijk. Onder de afbeeldingen staan teksten, die tezamen een kroniekje vormen. De taal is
de volkstaal en niet het Latijn van geschoolde monniken. Zij zijn duidelijk "overgetrokken". Dit is
niet verbazend, want het is bekend dat de afbeeldingen diverse malen overgeschilderd en gerestaureerd
zijn.

De "Bloemendaalse" Kerkramen in de Gravenzaal.

Waarschijnlijk vervaardigd in 1636 door de Haarlemse glasschrijver Pieter Holsteijn in een serie van
10 ramen voor de kerk te Bloemendaal.
Rond 1860 moeten ze nodig gerestaureerd worden; er is echter geen geld.
Een Bloemendaalse uitbater biedt aan de ramen te vervangen door nieuwe, van gewoon glas. Men gaat
hierop in en in oktober 1867 worden de oude ramen voor f 5,-- per stuk verkocht aan de archivaris
van Haarlem, Mr. A.J. Enschedé.
Deze biedt 4 stuks, die van Brederode, Holland, Haarlem en het raam met de 8 familiewapens op 4
mei 1870 aan de gemeente Haarlem aan ter plaatsing in het stadhuis.
Het raam met de 8 familiewapens vertoont onder elkaar de wapens van vier echtparen, links de
manswapens, rechts de vrouwenwapens.
De combinatie is zeer zonderling. Het raam is gesigneerd 1637. Er staan echter mensen op die resp.
eerst in 1649 geboren werden en huwden in 1674. Uit onderzoek is gebleken dat beide wapens bij een
latere restauratie erbij gezet zijn.

Ramen in het stadhuis

De "Klokketoren"

Het bovenste gedeelte van de Klokketoren werd aan het einde van de 19e eeuw in Haarlem gevonden.
De Amsterdamse klokkenmaker Addicks kreeg in 1900 de opdracht van de Haarlemse gemeenteraad
om voor een vast bedrag de "toren" te herbouwen naar aanleiding van een oude prent. Het werk
duurde 7 jaren en kostte de klokkenmaker f 1.000,-- méér dan dat hij begroot had. De Haarlemmers
stonden hem toen toe om als tegenprestatie zijn naam duidelijk op de klok te vermelden.

Het Walviskaakbeen

Ongeveer in het midden van de zaal hangt het Walviskaakbeen. Dit been werd in 1595 door Jan
Huygen van Linsclioten meegenomen uit Nova Zembla en aan de stad aangeboden. Dit kunt u allemaal
nalezen op het door Karel van Mander geschilderde paneel. Het is een zgn. jaartalgedicht. Als u de
rode letters beschouwt als Romeinse cijfers en deze optelt, komt u aan het jaartal 1595.

De Reiskisten

In deze, maar ook in andere zalen ziet u overal oude reiskisten staan. Hoe mooier bewerkt, hoe
kostbaarder de inhoud en vaak hoe ingewikkelder de sloten. Trouwens, bij bijvoorbeeld zes sloten
hadden zes mensen zes sleutels. Zo kon nooit iemands iets ongezien uit de kist wegnemen. Alleen de
smid wist de combinaties, vandaar het gezegde "het geheim van de smid".

Pagina's: 1· · 3

  19.09.2010 15:30:56, van Sjoerd   , 1591 woorden, Categoriën lijst: Verhaal ,

Nog geen reactie(s)