« Politieke vraagstukken in HaarlemBoeken "taggen" in Haarlem-Oost »

Bomen zagen in Eindenhout

Zaterdag 23 januari was er een natuurwerkdag, georganiseerd door het IVN Zuid-Kennemerland. Het IVN organiseert wel eens meer natuurwerkdagen, waar de handen uit de mouwen gestoken worden voor de natuur. Ik wilde wel eens kijken hoe dat was, dus heb ik me voor deze natuurwerkdag opgegeven.

Zaterdagochtend, half tien. Het weer is grauw en regenachtig, maar het is niet koud. Op een parkeerplaats staat al een aardige groep mensen, misschien een man of 12, als ik kom aanrijden. De meesten zijn op de fiets, hebben laarzen aan hun voeten en zijn ouder dan ik. Er wordt wat gepraat, over Haiti en lokale politiek. Een vrouw vertelt me vol trots dat de huidige burgemeester in haar oude huis woont.

Even later komt Marc ook. Hij is de man die alles in goede banen moet leiden. Terwijl we naar de plek lopen waar we gaan werken, vertelt hij over Eindenhout.

Haarlem is oorspronkelijk gebouwd op een strandwal, een grote heuvel zand die door de zee is afgezet. Die strandwal loopt van noord naar zuid, wat ook er toe leidde dat veel wegen van noord naar zuid liepen, en niet van oost naar west. Dit is nog steeds te zien bij de wegen rond het centrum.

Naast de strandwal lag een lager gebied. Doordat het zo laag lag stroomde het nogal eens onder water en was het er drassig. Daaraan dankt Overveen ook zijn naam; om daar te komen moest je letterlijk over veen.

Veel van deze lage gebieden tussen de strandwallen zijn opgehoogd, zodat er gebouwd kan worden. Echter, het bos Eindenhout heeft nog de oorspronkelijke hoogte. Het is hier dan ook drassig, en op sommige plekken staat een laagje water.

Sander sleept een pas afgezaagde boom weg uit een drassig gebied

We lopen langs het theekoepeltje. Het is al oud, uit 1915, maar het is recent hersteld en door Harry Mulisch officieel geopend. Er staan twee beelden voor, van leeuwen met vrouwenhoofden. De vrouw die haar huis aan de burgemeester verkocht heeft weet nog een andere plek met precies zulke beelden. Die beelden zouden op een gegeven moment vervangen zijn door plastic exemplaren, die vervolgens in de brand zijn gestoken. Een man weet te vertellen dat de originele beelden in de Achterhoek terecht zijn gekomen.

Bij Marc's auto pakken we wat gereedschap mee. Het zijn zagen en grote kniptangen, geleend van Landschap Noord-Holland. Er gaan ook twee grote touwen mee en een stofzuigerdoos. Daar blijkt later geen stofzuiger in te zitten, maar werkhandschoenen. Er gaan ook twee vlaaien mee.

Over een klein, wiebelig bruggetje lopen we één voor één Eindenhout in. Het is drassig en dicht begroeid. We stoppen ergens en Marc geeft aan wat er moet gebeuren. Ten eerste is er werk nodig aan de zichtlijn, die door het hele bos loopt. Het is een soort brandgang waardoor je van het pad bij het theehuisje door kunt kijken naar de Munterslaan, die haaks staat op de Leidse Vaart. Vroeger kon je achter de Munterslaan nog de duinen van Aerdenhout zien liggen. De zicht-as raakt overgroeid met braamstruiken, dus het is taak die weg te knippen.

Ten tweede gaan we een stuk bos uitdunnen. Er staan enkele dikke bomen, veel dunne bomen en nog veel meer kleine struikjes. Het raakt helemaal dicht gegroeid met vogelkers. Om weer wat ruimte te maken zagen en knippen we alle dunne bomen en struiken om.

Marc en Sjef praten terwijl aan de waterkant bomen worden omgezaagd

Iedereen pakt een zaag of kniptang en gaat aan het werk. In het begin is het nog een beetje onduidelijk wat er moet gebeuren, maar al snel liggen er steeds meer bomen en struiken om.

Marc wijst er wel op dat we niet alles mogen omzagen: kardinaalsmuts en vrouwelijke esdoorn moet blijven staan, omdat vogeltjes een voorkeur hebben voor deze planten om een nestje in te bouwen. Er zijn echter maar weinigen onder het gezelschap die een kardinaalsmuts van een vogelkers kunnen onderscheiden, met het gevolg dat er toch een paar om gaan.

Met de geleende bomenzaag zaag ik veel boompjes van ongeveer 10 centimeter door midden. Marc legt uit dat ik eerst een valkerf moet maken, zodat de boom niet inscheurt en zodat je weet welke kant de boom op gaat vallen. Het is zwaar werk. Niet alleen vanwege het zagen en het slepen met bomen, maar vooral omdat je in rare posities zit om de stam op de goede plek door te zagen.

Van de afgezaagde bomen en takken maken we takkenrillen door ze op te stapelen en er takken tussen te steken. Deze takkenrillen bieden straks bescherming en huisvesting aan vogeltjes en andere kleine dieren.

Tegen drie uur ben ik gesloopt. Mijn armen doen zeer en ik kan geen zaag meer oppakken. Gelukkig geldt dat voor meer mensen en er wordt besloten om te stoppen en op te ruimen. Het bos ziet er een stuk beter uit. We hebben een groot deel uitgedunt en de zicht-as is weer in ere hersteld. We vertrekken naar de dichtst bijzijnde kroeg om nog een biertje te drinken.

Deze werkdag is me goed bevallen. Bewegen is leuk. In de natuur werken is leuk. Nieuwe mensen leren kennen is leuk. Eigenlijk is hard werken stiekem ook een beetje leuk. De andere vrijwilligers waren gezellige, aardige mensen. En we hebben samen een stuk bos op orde gebracht.

Van de afgezaagde takken worden houtrillen gemaakt
  24.01.2010 18:05:46, van Sjoerd   , 859 woorden, Categoriën lijst: Verhaal ,

Nog geen reactie(s)